-
1 een korte film
een korte film -
2 film
♦voorbeelden:een stomme film • un film mueteen film draaien • passer un filmwij gaan naar de film • nous allons au cinéma -
3 film-strip
filmstrook (korte film) -
4 short movie
korte film -
5 featurette
n. korte speelfilm, korte film -
6 métrage
métrage [meetraazĵ]〈m.〉1 (het) afmeten ⇒ (het) afpassen, afmeting♦voorbeelden:court métrage • korte filmlong métrage • avondvullende film -
7 court métrage
court métrage -
8 Kurzfilm
-
9 short
adj. kort; laag; zonder, niet genoeg; -loos; klein; geconcentreerd; minder--------adv. opeens; weldra; in het kort; op de rand van; spoedig--------n. kort; te kort; kortaangebonden, kortaf; driftig; klein; bros; puur, niet met water aangemengd; beknopt (leerboeken); krap, karig, te weinig; plotseling; eenvoudiger manier; filmpje (slang)--------v. verkorten, kortsluitng (elekriciteit)short1[ sjo:t]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉————————short2〈bijvoeglijk naamwoord; shortness〉1 kort ⇒ klein, beknopt3 te kort ⇒ onvoldoende, karig, krap♦voorbeelden:short haul • transport over korte afstandshort story • kort verhaalshort view • kortzichtigheidtake the short view of something • iets op korte termijn ziennothing short of • niets minder dan, in één woordsomething short of • weinig minder dan, bijnalittle short of • weinig minder dan, bijnashort for • een afkorting vanin short • in het kort(at) short notice • (op) korte termijnin the short run/term • op korte termijnshort time • korte(re) werktijdshort change • te weinig wisselgeldshort measure • krappe maat, mancoshort memory • slecht geheugenshort of money • krap bij kasbe on short rations • (te) krap gerantsoeneerd zijnin short supply • schaars, beperkt leverbaarshort weight • ondergewichtshort by ten • tien te kort/te weinig/verwijderd vantwo short of fifty • op twee na vijftig(be) short of/on • te kort (hebben) aanshort temper • drift(igheid)short waist • verhoogde taille————————short3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 four inches short • vier inches te kort/te weinigcome/fall short • tekortschietengo short (of) • gebrek hebben (aan)run short • bijna op zijnrun short of (something) • bijna zonder (iets) zitten2 bring/pull up short • plotseling stoppen/tegenhoudenstop short • plotseling ophoudennothing short of • slechts, alleen maar; niets minder danshort of • behalve, zonder→ long long/ -
10 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
11 cut
1. present participle - cutting; verb1) (to make an opening in, usually with something with a sharp edge: He cut the paper with a pair of scissors.)2) (to separate or divide by cutting: She cut a slice of bread; The child cut out the pictures; She cut up the meat into small pieces.)3) (to make by cutting: She cut a hole in the cloth.)4) (to shorten by cutting; to trim: to cut hair; I'll cut the grass.)5) (to reduce: They cut my wages by ten per cent.)6) (to remove: They cut several passages from the film.)7) (to wound or hurt by breaking the skin (of): I cut my hand on a piece of glass.)8) (to divide (a pack of cards).)9) (to stop: When the actress said the wrong words, the director ordered `Cut!')10) (to take a short route or way: He cut through/across the park on his way to the office; A van cut in in front of me on the motorway.)11) (to meet and cross (a line or geometrical figure): An axis cuts a circle in two places.)12) (to stay away from (a class, lecture etc): He cut school and went to the cinema.)13) ((also cut dead) to ignore completely: She cut me dead in the High Street.)2. noun1) (the result of an act of cutting: a cut on the head; a power-cut (= stoppage of electrical power); a haircut; a cut in prices.) klipp, kutt, snitt2) (the way in which something is tailored, fashioned etc: the cut of the jacket.) fasong, snitt3) (a piece of meat cut from an animal: a cut of beef.) kjøttstykke•- cutter- cutting 3. adjective(insulting or offending: a cutting remark.) skjærende, skarp, sårende- cut-price
- cut-throat 4. adjective(fierce; ruthless: cut-throat business competition.) aggressiv, hensynsløs- cut and dried
- cut back
- cut both ways
- cut a dash
- cut down
- cut in
- cut it fine
- cut no ice
- cut off
- cut one's losses
- cut one's teeth
- cut out
- cut shortklipping--------kutt--------redusere--------skjære--------snittIsubst. \/kʌt\/1) kutt, snitt2) (snitt)sår3) flenge, hugg4) slag, rapp, snert5) ( om film e.l.) klipp, utdrag6) ( musikk) kutt, spor7) klipping, hårklipp, klipp8) ( om landskap) skår, innskjæring, (inn)hakk, gjennomgraving, gjennomskjæring9) utsnitt, utskjæring, utskåret stykke, avklipt stykke11) avling, høst, produksjon12) nedsettelse, reduksjon, nedskjæring15) type, slag, sort16) kritisk bemerkning, forklaring: sårende bemerkning eller handling17) (slang, om utbytte) andel24) (teater, film) forkortelse, kutt29) (veterinærfag, om hest) strykningbe a cut above somebody\/something være bedre\/finere enn noen\/noe, være vanskeligere enn noe, være hevet over noen\/noe, være hakket bedre enn noen, være hakket over noencold cuts pålegg, koldtbordcut and thrust ordveksling, livlig diskusjon (tidligere, i sverdkamp) forklaring: bruk av både egg og spiss på sverdgive somebody the cut ignorere noen, overse noen, gi noen en kald skulderII1) skjære, kutte, snitte2) skjære av, kutte av, hugge av, klippe av, skjære over3) avskjære4) beskjære5) ( også om landskap) skjære igjennom, gjennomskjære, (gjennom)grave6) skjære opp, sprette7) skjære til, klippe tilklippe\/skjære til en kåpe8) skjære ut9) klippe, stusse10) slå, rappe11) slå, meie• cut hay12) felle, hugge, kappe13) hugge til, hugge ut14) lage hakk i (f.eks. fil e.l.)15) dele16) redusere, skjære ned17) begrense, forkorte, skjære ned på18) holde opp med, slutte med, sløyfe, kutte ut19) stryke, utelate20) (geometri, om linjer) skjære22) ( om klesplagg) stramme, ta23) behandle som luft, ikke kjennes ved, ignorere, overse, gi en kald skulder24) skulke25) fare, stikke, stikke av26) bråsnu, svinge brått27) fortynne, tynne ut, spe ut\/opp, løse opp31) (om smykker, stener og glass) slipe32) (maleri, om farge) tre sterkt frem33) (jernbane, om vogner) koble fra34) (biljard, cricket) snitte35) (sport, tennis) kutte38) (mekanikk, om motor e.l.) koble ut, stoppe, stanse40) ( veterinærfag) stryke (gi minuspoeng for feil ved dyr på utstilling)41) ( veterinærfag) gjelde, kastrerebe cut off ( om å dø) rives bortbe cut out for være (som) skåret ut for, være (som) skåret ut til, være (som) skapt for, være (som) skapt tilcut! ( film) kutt! (når opptak skal avsluttes)cut across gå tvers over ( overført) gå på tvers avta en snarvei over\/gjennom, gå tvers over\/gjennomcut after sette etter, løpe ettercut along ( hverdagslig) stikke (av), pigge av, skynde seg avgårdecut and come again det er mer der det kommer fracut and run ( hverdagslig) skynde seg unna, ta bena på nakken, stikke av (fra ubehagelig eller farlig situasjon)• when the police came, the thieves cut and randa politiet kom, tok tyvene bena på nakken( sjøfart) kappe fortøyningene (og dra)cut back kutte av, korte av, beskjære (busker e.l.), skjære ned redusere, skjære ned (på), foreta innskrenkningergå tilbake (til en tidligere scene i en film), gjøre et tilbakeblikk ( kjemi) fortynne ( sport) plutselig skifte retningcut down hugge (ned), felle, meie ned, sable ned, skjære ( hverdagslig) slå begrense, skjære ned på, kutte ned på, knappe inn på, innskrenke, redusere, minskesy inn, ta inn, legge oppcut in skjære inn, hugge inn, gravere klippe inn, sette inn, felle inn føye til, sette inn (om samtale, også cut into) blande seg i, forstyrre, avbryte( samferdsel) trenge seg inn i en (bil)kø ( på telefon) tyvlytte ( spill) gå inn, komme med ( teknikk) koble(s) inncut in on someone eller cut in ( i dans) ta noens partner, overta noens partner, tyvdanse med noens partner• do you mind if I cut in on you?cut into gjøre innhugg i, gjøre inngrep i skjære seg inn i legge beslag påcut it fine ( hverdagslig) komme i siste liten, ha minst mulig margin• you cut it fine this morning!cut it out! legg av!, slutt!, hold opp!cut loose ( også overført) gjøre seg fri, slite seg løs, frigjøre seg slå seg løs ( sjøfart) kappe fortøyningenecut off hugge av, hugge over, klippe av, klippe over, kappe av, kappe over avskjæreisolere, avstenge, lukke ute, stenge utegjøre slutt på, stoppe, inndra (av)bryte, sperre av, stenge (av)avspise, avfeiecut out skjære ut, klippe ut, hugge ut, stanse uthugge seg en sti \/ bane seg veiklippe til, skjære til, ringe ut (en kjole e.l.), forme (overført) ( hverdagslig) skjære vekk, stryke, utelate, hoppe over, kutte ut, sløyfe, holde opp med• cut out the noise!( om rival) slå (ut), danke utforklaring: å skille ut (et dyr) fra flokken\/bølingen( om tann) komme frem berøve, snyte( om planter) tynne ut ( samferdsel) bryte ut av (bil)kø ( elektronikk) kople fra, bryte ( om motor) kople ut, stanseskygge for, stå i veien forcut over ( skogbruk) snauhugge ta en snarvei, gå tvers igjennom, gå tvers over ( mekanikk) skifte overcut round opptre demonstrativtcut someone dead ( hverdagslig) behandle noen som luft, ikke kjennes ved noen, gi noen en kald skulder, overse noen totaltcut someone down ( hverdagslig) prute noen ned, få noen til å slå av på prisen• I cut him down by £20cut someone\/something down to size sette noen på plass, forklaring: redusere eller minske noens\/noes betydning eller innflytelsehan likte ikke holdningen hennes, så han satte henne på plasscut someone in dele fortjeneste med noen, dele overskudd med noencut someone\/something short avbryte noen, avbryte noecut through ta en snarvei, gå tvers gjennom, gå tvers overcut to pieces skjære i stykker, klippe i stykker (overført, om motstander e.l.) ødelegge, knuse, kritisere sønder og sammencut under (handel, hverdagslig) underbycut up skjære i stykker, klippe i stykker, skjære opp, skjære ut, kappe opp, kutte oppklippe til, skjære tilrykke opp( militærvesen) rive opp, sprenge, tilføye store taphugge i stykker, sage i stykker, dele opp ( overført) knuse, splintre ( hverdagslig) kritisere sønder og sammen, slakte( hverdagslig) såre dypt, krenke, støtebedrøve, opprøre(hverdagslig, spesielt amer.) bære seg, bråke, skøye, spille bajascut up mischief (amer.) gjøre rampestreker, gjøre ugagncut up rough\/nasty begynne å bråke, hisse seg opp, sette seg på bakbeinaIIIadj. \/kʌt\/1) skåret, oppskåret, oppkuttet, opphugget, oppkappet, oppdelt, avskåret, avkappet, avhugget, oppsprettet2) forkortet, utelatt, strøket, nedsatt, redusert, begrenset3) ( veterinærfag) gjeldet, kastrert4) slipt, filt, frest, gravert, meisletcut and dried fiks ferdig, klappet og klart -
12 køre
1. 2, viе́здить, е́хать2. 2, vt1) вози́ть2) управля́ть (автомобилем и т. п.)* * *cart, clock up, drive, ride, run, strike, work* * *I. (en):[(ud) i én køre] continuously ( fx talk continuously),( efter hinanden) on end, running ( fx four days running).II. *( være chauffør, kusk etc på, styre) drive ( fx a car, a taxi, acarriage, a plough, a horse);( cykel, motorcykel) ride;( transportere: personer) drive, take,T run ( fx somebody to the station),(varer etc) carry,F convey,(på ( tohjulet) arbejdsvogn) cart ( fx hay, dung),( i trækvogn) wheel;( i barnevogn) push;( uden objekt: om person) go ( fx by train, by bus, in a car; I went with him to Ely), ride ( fx in a car, in a bus);( når man selv bestemmer retningen) drive ( fx he drives well; learn how to drive; we drove to Oxford);( på cykel) cycle, ride;(mods: tage toget) go by car ( fx let's go by car);( om køretøj: løbe) run ( fx into a hedge; the trains (, buses) run every hour), go ( fx fast);(se også kørende);[ begynde at køre] start;[ køre bil] drive a car;[ køre fast](også fig) get bogged down, get stuck;[ køre en film]( forevise) run (el. show) a film;(edb) run a program;[ køre træt] get tired;[ køre én træt] tire somebody out;[ køre en tur] go for a drive;[ med præp & adv:][ køre forbi] pass;[ køre forkert] take the wrong road (el. turning);( køre vild) lose one's way;[ køre frem]( ved vejkryds) go forward ( fx do not go forward until you are sure it is safe);[ toget kørte frem] the train pulled in at the platform;[ køre frem for døren] drive up to the door;(fig) trot out ( fx an old story; the usual arguments);[ køre galt]( forulykke) have an accident; crash;(se også ovf: køre forkert);[ bilen kører godt] the car runs well;( lade dem slide) drive them hard;[ køre i ring], se ring;[ køre imod noget] hit something, run (, stærkere: crash) against something; collide with something;[ køre ind i] = køre imod;[ køre ind til siden] pull in to the side (el. to the right);(NB i Engl: to the left);[ køre løs]( snakke) chatter away,( starte) go ahead;(se også ndf: køre på);[ få lov at køre med] get a lift;[ vil du køre med?] can I give you a lift?(dvs på tur etc) would you like to come with me (, us)?[ køre med en barnevogn] push a perambulator;[` køre med en] lead somebody by the nose;[ køre en ned] run (el. knock) somebody down;(fig) wear somebody down;[ være kommet godt op at køre] be in the soup;[ køre en over] run over somebody;(dvs vælte) knock (el. run) somebody down;[ køre over for rødt], se rødt;[` køre på]( gentage) keep on about;[ køre `på] press on;(se også melodi);[ bilen kører 10 km på literen] the car will do 10 km to the litre;[ køre på cykel (, knallert)] ride a bicycle (, moped) ( fx teach him to ride a bicycle),( sidde på) ride on a bicycle (, moped) ( fx he was riding on anold moped),(se også knallert);[ køre rundt for], se (løbe) rundt;(fig), se ovf: `køre med;(dvs hurtigt, hurtigere) drive fast(er);[ køre en bil til] run a car in;[ køre heste til] break in horses;[ køre videre] go on. -
13 clip
n. paperclip, wasknijper; knipsel; korte videofilm; (in computers) clip, fragment, het verkozen stuk van een grafisch dokument voor nadere bewerking; opladen van kogels; scherpe slag--------v. vastmaken; vastklemmen; klein hakken; perforerenclip1[ klip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 knippende/scherende beweging ⇒ scheerbeurt, trimbeurt♦voorbeelden:a clip on the jaw • een kaakslag————————clip2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (bij)knippen ⇒ afknippen, kort knippen, trimmen; scheren 〈 schapen〉; uitknippen 〈 uit krant, film〉♦voorbeelden:the ticket was clipped to the programme • het kaartje zat met een paperclip aan het programma -
14 Chicago
n. Chicago, grootste stad in de staat Illinois (V.S.); korte rivier in Chicago (V.S.); 1927 film geproduceerd door Cecil B. DeMille; naam van een Amerikaanse musical eerst opgevoerd in 1975; 2002 Amerikaanse film (met acteurs als Catherine Zeta-Bones, Renée Zellweger en Richard Gere) gebaseerd op de musical; naam van een rockband opgericht in 1967 in Chicago (Illinois, V.S.); naam van een pokerspel dat een van de meest populaire kaartspelen in Zweden is -
15 snuttifiering
substantiv1. opdeling af et emne, tema m.m. i små bidder hvorved man mister overblikket/helhedsperspektivetSnuttifiering används t.ex. inom media och syftar då på teve/film/radio med alltför korta klipp och tvära kast mellan ämnena
'Snuttifiering' bruges fx inden for medierne og drejer sig om TV/film/radio med deres alt for korte klip og bratte skift fra det ene emne til det andet (L. Ingelstam "Snuttifiering", Studentlitteratur 1988)
-
16 snuttifiering
substantiv1. opdeling af et emne, tema m.m. i små bidder hvorved man mister overblikket/helhedsperspektivet"Snuttifiering används t.ex. inom media och syftar då på teve/film/radio med alltför korta klipp och tvära kast mellan ämnena
'Snuttifiering' bruges fx inden for medierne og drejer sig om TV/film/radio med deres alt for korte klip og bratte skift fra det ene emne til det andet (L. Ingelstam "Snuttifiering", Studentlitteratur 1988) -
17 die
1 [om iemand/iets aan te wijzen] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)2 [als terugwijzing] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)♦voorbeelden:1 heb je die nieuwe film van Godard al gezien? • have you seen this new film by Godard?die grote of die kleine? • the big one or the small one?die stem van hem • that voice of hisniet deze maar die (daar) • not this one, that onedat meisje met die groene jurk • that girl in the green dressdie en die • so and so, such and suchop die en die dag • on such and such a daydie griet is gek • she's a nutcasedie tijd is voorbij • those times are overken je die? • do you know him/her?wie? die met die lange haren • who? the one with the long hairdie van mij/jou/hem/haar/ons/jullie/hen • mine/yours/his/hers/ours/yours/theirsze draagt altijd van die korte rokjes • she always wears (those) short skirtsken je die van die Belg die … • do you know the one about the Belgian who …?dat zijn van die rare mensen • they're such odd peoplemet alle gevolgen van dien • with all that that entailsdie is goed • that's a good onehet is een rare vent, die Jan • he's a strange guy, Jan iso, die! • oh, him/her!waar is je auto? die staat in de garage • where's your car? it's in the garagewas Jan er ook? nee, die moest werken • was Jan there? no, he had to workdie zit! • bullseye!, touché!〈 informeel〉 die Jan toch • that Jan!1 the♦voorbeelden:hij heeft zijn werk gedaan met die nauwkeurigheid die je van hem mag verwachten • he has worked with the accuracy one has come to expect from him1 [antecedent nog niet geheel bekend] that ⇒ 〈 persoon ook〉 who, 〈 als voorwerp ook〉 whom, 〈 zaak ook〉 which, 〈 zonder onderwerp vaak ook onvertaald〉♦voorbeelden:de kleren die u besteld heeft • the clothes (that/which) you orderedde man die daar loopt, is mijn vader • the man (that's/who's) walking over there is my fatherde mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk • the people (who/that) I talk to are very nicedezelfde die ik heb • the same one (as) I've goter is hier iemand die u wil spreken • there's somebody here (who/that) wants to see youniemand die het weet • nobody knows2 zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo • his wife, who's a doctor, drives a big Volvo -
18 quickie
n. snelheid (iets wat in korte tijd geproduceerd is zoals een film, compositie, etc.); een snelle geslachtsgemeenschap -
19 rapide
rapide [raapied]2 spoedig ⇒ haastig, zonder dralen, vluchtig♦voorbeelden:1 une fortune rapide • een snel, in korte tijd vergaard fortuin〈 techniek〉 pellicule rapide • snelle, gevoelige film(rol)expédier rapidement • per expresse versturenle rapide de nuit • de nachtsneltreinrapide comme une flèche • pijlsnel4 esprit rapide • schrander iemand, iemand die snel van begrip is1. m1) sneltrein2. adj1) snel, vlug2) haastig3) snelwerkend4) levendig5) steil -
20 flash
〈m.〉2 flitser
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Nederlands Film Festival — Das Niederländische Filmfestival (niederländisch: Nederlands Film Festival) ist ein seit 1981 jährlich im September und Oktober in Utrecht abgehaltenes Filmfestival. In einem Zeitraum von zehn Tagen werden alle niederländischen Filme des… … Deutsch Wikipedia
Oldrich Frantisek Korte — Oldřich František Korte Oldřich František Korte, (Salas, 26 avril 1926) est un compositeur tchèque. Sommaire 1 Biographie 2 Œuvres 2.1 Œuvres orchestrales 2 … Wikipédia en Français
Oldřich Frantisek Korte — Oldřich František Korte Oldřich František Korte, (Salas, 26 avril 1926) est un compositeur tchèque. Sommaire 1 Biographie 2 Œuvres 2.1 Œuvres orchestrales 2 … Wikipédia en Français
Oldřich František Korte — Oldřich František Korte, (Salas, 26 avril 1926) est un compositeur tchèque. Sommaire 1 Biographie 2 Œuvres 2.1 Œuvres orchestrales 2.2 … Wikipédia en Français
Biswas Nao Korte Paren — is a 2006 film.International Title: You may not believeDirector: Pradipta BhattacharyyaRunning time: 24:40 Country of production: IndiaYear of production: 2006Production: Tara MuzikDistribution: Tara Muzik Film information Original title: Biswas… … Wikipedia
The Invasion (film) — Infobox Film name = The Invasion caption = Theatrical poster director = Oliver Hirschbiegel Uncredited: James McTeigue producer = Joel Silver writer = Screenplay: Dave Kajganich Novel: Jack Finney Uncredited: Larry Wachowski Andy Wachowski… … Wikipedia
Willard (Film) — Filmdaten Deutscher Titel: Willard Originaltitel: Willard Produktionsland: USA Erscheinungsjahr: 1971 Länge: 91 Minuten Originalsprache: Englisch … Deutsch Wikipedia
Atlantis (Film) — Filmdaten Deutscher Titel: Atlantis – Das Geheimnis der verlorenen Stadt Originaltitel: Atlantis: The Lost Empire Produktionsland: USA Erscheinungsjahr: 2001 Länge: 95 Minuten Originalsprache: Engl … Deutsch Wikipedia
Deutscher Film — Die deutsche Filmgeschichte ist Teil der internationalen Filmkultur. Sie reicht von technischen Pioniertaten über die frühen Kinokunstwerke des Stummfilms bis zu nationalsozialistischen Hetzstreifen, unverfänglichen Heimatfilmen und zum… … Deutsch Wikipedia
The Rock (Film) — Filmdaten Deutscher Titel: The Rock – Fels der Entscheidung Originaltitel: The Rock Produktionsland: Vereinigte Staaten Erscheinungsjahr: 1996 Länge: 130 (SE) / 131 (DE) Minuten Originalsprache: En … Deutsch Wikipedia
Die große Liebe (Film) — Filmdaten Deutscher Titel: Die große Liebe Originaltitel: Die große Liebe Produktionsland: Deutschland Erscheinungsjahr: 1942 Länge: 100 Minuten Originalsprache: Deutsch … Deutsch Wikipedia
